De Schandpaal

Tijdens het Ancien Régime stond er in elke deelgemeente van Galmaarden een schandpaal. Van deze drie schandpalen is er slechts één overgebleven, zij het gedeeltelijk origineel nl. in Vollezele.

De Schandpaal

De deels bewaarde schandpaal staat nu op het Oudstrijdersplein, voor de kerkhofmuur en rechts van de trapingang. Hij is afkomstig van de heerlijkheid Vollezele en werd waarschijnlijk opgericht door de hertogen van Arenberg, die in de 18de eeuw als heren van het Land van Edingen de hoge, middel en lage rechtsmacht uitoefenden over de heerlijkheid en het dorp. Een schandpaal wijst op hoge justitie.

Mogelijk stond er eerst een houten staec, doorgaans niet meer dan een paal met halsijzer. Vermoedelijk werd de houten kaak te Vollezele in de tweede helft van de 18de eeuw vervangen door een stenen exemplaar. De middeleeuwse houten schandpaal was een strafinstrument, de stenen schandpaal werd bovendien symbool van macht en jurisdictie.

Tot het midden van de 19de eeuw kwam het nog voor, dat iemand letterlijk aan de kaak stond. De strafuitvoering ging door op marktdagen of na de hoogmis op zondag. Het was vooral de bedoeling schande te brengen over de gestrafte, door hem openlijk te laten bespotten door het volk, dat de daad bij het afkeurende woord voegde door het gooien van rotte eieren, straatvuil,...

De kaakstraf was een typisch middeleeuwse schandstraf voor kleine vergrijpen. Ze moest dienen als voorbeeld voor het publiek, zodat iedereen kon horen en zien wat de gevolgen waren, indien men de wetten niet respecteerde. Ze werd voor het laatst toegepast in 1851 en door het vandaag nog geldende strafwetboek van 1867 verboden.

Laatst aangepast op: 29-12-2022 om 11:34